voorgebonden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·ge·bon·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van voorbinden: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | voorbinden… |
verbogen vorm: | voorgebondene |
voorgebonden
- voltooid deelwoord van voorbinden