Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·bij·ge·fiets·te

Werkwoord

vervoeging van: voorbijfietsen…
verbogen vorm: voorbijgefietstee

voorbijgefietste

  1. verbogen vorm van voorbijgefietst, voltooid deelwoord van voorbijfietsen

Gangbaarheid