voor het zingen de kerk uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor het zin·gen de kerk uit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voor het zingen de kerk uit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het voor het zingen de kerk uito

  1. (seksualiteit) (figuurlijk) geslachtsgemeenschap waarbij de zaadlozing bewust buiten de vagina plaatsvindt om zwangerschap te voorkomen
     Voor het zingen de kerk uit, oftewel een onderbroken geslachtsgemeenschap, is in elk geval geen nieuwe uitvinding.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Het wonder daaronder: alles over de vagina” (2017), Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam, ISBN 9789024578023, hfst. Anticonceptie