Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • von·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vonken
vonkte
gevonkt
zwak -t volledig

Werkwoord

vonken

  1. ergatief vonken geven
    • De oude bougie vonkte niet meer. 
  2. licht uitstralen, schitteren
    • Even vonkt er weer vechtlust uit zijn ogen. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de vonkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vonk

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be