vond weder
- Geluid: vond weder (hulp, bestand)
- vond we·der
vervoeging van |
---|
wedervinden |
vond weder
- enkelvoud verleden tijd van wedervinden
- Ik vond weder.
- Jij vond weder.
- Hij, zij, het vond weder.
- Ik vond weder.
vervoeging van |
---|
wedervinden |
vond weder