volkwamen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vol·kwa·men
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volkomen |
volkwamen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volkomen
- ...dat wij volkwamen.
- ...dat jullie volkwamen.
- ...dat zij volkwamen.
- ...dat wij volkwamen.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volkomen |
volkwamen
- meervoud verleden tijd van volkomen
- Wij volkwamen.
- Jullie volkwamen.
- Zij volkwamen.
- Wij volkwamen.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'volkwamen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.