voetbalverslaggever
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voet·bal·ver·slag·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voetbal zn en verslaggever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetbalverslaggever | voetbalverslaggevers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de voetbalverslaggever m
- (beroep) (media) (voetbal) journalist die voetbalwedstrijden verslaat
- ▸ Willem Vissers, voetbalverslaggever van de Volkskrant, heeft begrip voor het berekende voetbal van PSV. "Cocu krijgt kritiek op het spel, maar je krijgt er net zoveel punten voor. Hij kent de kwaliteiten van zijn spelers."[1]
- ▸ "Robin traint apart", laat Serkan Saydam, voetbalverslaggever van de Turkse staatsomroep TRT weten aan de NOS. "Niet met de groep. Hij is bijna hersteld van zijn knieblessure. De verwachting is dat hij na de interlandperiode volledig fit is."[2]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord voetbalverslaggever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Cocu's realiteitszin als toekomst van het Nederlandse voetbal?” (4 december 2017, 00:58), NOS
- ↑ Weblink bron “De oorverdovende stilte rond Van Persie” (7 november 2017, 06:42), NOS