Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·bal·fan
enkelvoud meervoud
naamwoord voetbalfan voetbalfans
verkleinwoord
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de voetbalfanm

  1. (sport) iemand die graag naar voetbal kijkt
     Aan de andere kant, ik ben groot voetbalfan, kijk alle wedstrijden, het zit elke dag wel in mijn hoofd. Maar sinds ik hier ben, denk ik er niet aan.[1]
     Nee, Ghana is niet meer wat het ooit was. De Ghanese voetbalfan zal met heimwee terugdenken aan de tijden van Michael Essien, Stephen Appiah en Asamoah Gyan. Die geest leek vlak voor tijd even terug te keren in de ploeg. Ghana kwam terug tot 2-2.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
  2.   Weblink bron “Hakimi redt eerste plek voor Marokko, Ghana roemloos naar huis” (DI 18 JANUARI 2022), NOS