Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voed·sel·in·dus·trie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voedselindustrie voedselindustrieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de voedselindustriev

  1. bedrijven die op grote schaal uit grondstoffen voedingsmiddelen maken
     Via een website gaat de voedselindustrie de dialoog aan met consumenten, politiek, wetenschappers en consumentenorganisaties.[1]
     Rabobank heeft wereldwijd 95 miljard euro aan kredieten uitstaan in de voedselindustrie. De bank heeft er dus baat bij dat producenten efficiënter werken. Volgens de bank kunnen ondernemers tijdens de oogst en verwerking tot eindproduct samen 10 miljard euro besparen aan gederfde inkomsten door voedselverspilling.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “'Fabrikant moet eerlijker worden over ons eten'” (Donderdag 13 oktober 2016, 16:00), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Jongeren en gezinnen gooien meeste voedsel weg” (Woensdag 14 oktober 2015, 12:56), NOS