Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlucht·strook
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vluchtstrook vluchtstroken
verkleinwoord vluchtstrookje vluchtstrookjes

Zelfstandig naamwoord

de vluchtstrookv

  1. (verkeer) (Nederland) een door een doorgetrokken streep gemarkeerd afgescheiden gedeelte van de rijbaan op de autosnelweg of autoweg, bedoeld voor noodsituaties.
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be