vloeit samen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vloeit sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenvloeien |
vloeit (...) samen
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvloeien
- Jij vloeit samen.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samenvloeien
- Hij vloeit samen.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van samenvloeien
- Vloeit samen!
Gangbaarheid
- Het woord vloeit samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.