vliegvuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·vuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlieg ww en vuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegvuur | vliegvuren |
verkleinwoord | vliegvuurtje | vliegvuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
het vliegvuur o
- door de lucht vliegende vonken.
- Het vliegvuur van een brand kan er voor zorgen dat een brand overslaat.
Gangbaarheid
- Het woord vliegvuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.