vliegverkeer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlieg·ver·keer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlieg ww en verkeer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegverkeer | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het vliegverkeer o
- (verkeer) het vervoer dat middels luchtvaart plaatsvindt
- Het vliegverkeer ondervond veel last van de aswolk van de vulkaan onder de Eyjafjallajökull.
- ▸ Ze willen onder meer dat er een eind komt aan de groei van Schiphol, waar het vliegverkeer na de coronadip al weer flink aantrekt. De verwachting is dat het rond 2024 weer op het oude niveau is.[1]
Vertalingen
1. het vervoer dat middels luchtvaart plaatsvindt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord vliegverkeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Judith van de Hulsbeek“Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS