Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlie·gen·strip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegenstrip vliegenstrips
vliegenstrippen
verkleinwoord vliegenstripje vliegenstripjes

Zelfstandig naamwoord

de vliegenstripm

  1. strip om op te hangen, met een stof die kleeft of waaruit een chemische stof verdampt die dodelijk is voor insecten

Gangbaarheid

Meer informatie