Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vleu·gen

Zelfstandig naamwoord

de vleugenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vleug

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be