Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vleu·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vleugelen
vleugelde
gevleugeld
zwak -d volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord

Werkwoord

vleugelen [2] [3] [4]

  1. de vleugels binden
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

de vleugelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vleugel
     Jij zult tezamen zijn, als de witte vleugelen van de dood je dagen verstrooien.[5]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen