Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlag·gen·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vlaggenlijn vlaggenlijnen
verkleinwoord vlaggenlijntje vlaggenlijntjes

Zelfstandig naamwoord

de vlaggenlijnv / m

  1. een slinger van vlaggen
    • Hij had een paar vlaggenlijnen in zijn kamer hangen. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid