vitalistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·ta·lis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
vitalistischers
- partitief van de vergrotende trap van vitalistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'vitalistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.