vijlde
Niet te verwarren met: veilde |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vijl·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vijlen |
vijlde
- enkelvoud verleden tijd van vijlen
- Ik vijlde.
- Jij vijlde.
- Hij, zij, het vijlde.
- Ik vijlde.
Niet te verwarren met: veilde |
vervoeging van |
---|
vijlen |
vijlde