Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vijfling vijflingen
verkleinwoord vijflingetje vijflingetjes

Zelfstandig naamwoord

de vijflingm

  1. vijf uit één zwangerschap of dracht geboren kinderen of jongen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen