vijfhonderdeneenentwintig

Nederlands

       
0 5 2 1
vijfhonderdeneenentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vijf·hon·derd·en·een·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vijfhonderdeneenentwintig

  1. "521", langere vorm van vijfhonderdeenentwintig, vijfhonderd plus eenentwintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft vijfhonderdeneenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot vijfhonderdeneenentwintig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "vijfhonderdeneenentwintig" ht als linkerdeel

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)