vijfhonderdendertig
Nederlands
0 | 5 | 3 | 0 |
vijfhonderdendertig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: vijfhonderdendertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌvɛifhɔndərtɛnˈdɛrtəx / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- vijf·hon·derd·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van vijfhonderd ht, en vw en dertig ht
Hoofdtelwoord
vijfhonderdendertig
- "530", langere vorm van vijfhonderddertig, vijfhonderd plus dertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vijfhonderdendertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vijfhonderdendertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- vijfhonderddertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "vijfhonderdendertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "vijfhonderdendertig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'vijfhonderdendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)