vijfenzestigjarig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vijfenzestigjarig (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvɛifənˌsɛstəxˌjarəx / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
- vijf·en·zes·tig·ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van vijfenzestig ht en jaar zn met het achtervoegsel -ig
stellend | |
---|---|
onverbogen | vijfenzestigjarig |
verbogen | vijfenzestigjarige |
partitief | vijfenzestigjarigs |
Bijvoeglijk naamwoord
vijfenzestigjarig
- 65 jaren durend
- Gedurende dit vijfenzestigjarig tijdperk heerste er vrede.
- met de leeftijd van 65 jaar
- Bij de brand viel helaas een vijfenzestigjarig slachtoffer.
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'vijfenzestigjarig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.