Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·gi·lan·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de [A] vigilantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vigilant

Zelfstandig naamwoord

de [B] vigilantenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vigilante