Nederlands

 
1. Een rode vierwieler.
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·wie·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vierwieler vierwielers
verkleinwoord vierwielertje vierwielertjes

Zelfstandig naamwoord

de vierwielerm

  1. (verkeer) voertuig dat zich door een viertal over de bodem rollende schijven kan verplaatsen
     De Tata Nano is de auto die India van de tweewielers moet genezen en laten overstappen in een vierwieler.[2]
  2. (pregnant) (schertsend) gewone personenauto
     Bij wasstraten is het donderdag topdrukte doordat automobilisten hun vierwieler massaal willen laten schoonmaken.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron ““Tata Nano wordt brommobiel”” (6 februari 2008) op nu.nl  
  3.   Weblink bron
    Tom van Gurp
    “Files bij wasstraten door auto's vol Saharastof” (17 maart 2022) op nu.nl