Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier bot
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
botvieren

vier bot

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botvieren
    • Ik vier bot. 
  2. gebiedende wijs van botvieren
    • Vier bot! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botvieren
    • Vier je bot? 


Gangbaarheid