Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·re·ser·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vetreserve vetreserves
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de vetreservev / m

  1. (fysiologie) vetweefsel waarin een lichaam energie uit voedsel opslaat
     De meeste Noord-Amerikaanse beren eten voor de winterslaap graag en veel bessen voor het aanleggen van hun vetreserve.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Meer besjes voor beren dankzij wolf” (1 augustus 2013) op nrc.nl