Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vetleer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vetleero

  1. door walvissentraan waterdicht gemaakt leer
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
59 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen