Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
vestig
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
vestig
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
ves·tig
Werkwoord
vervoeging van
vestigen
vestig
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
vestigen
Ik
vestig
.
gebiedende wijs van
vestigen
Vestig
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
vestigen
Vestig
je?