Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zwik·te

Werkwoord

vervoeging van
verzwikken

verzwikte

  1. enkelvoud verleden tijd van verzwikken
    • Ik verzwikte. 
    • Jij verzwikte. 
    • Hij, zij, het verzwikte. 
  2. verbogen vorm van verzwikt, voltooid deelwoord van verzwikken