Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zuipt

Werkwoord

vervoeging van
verzuipen

verzuipt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzuipen
    • Jij verzuipt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzuipen
    • Hij verzuipt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzuipen
    • Verzuipt!