verzoolden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzoolden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zool·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzolen |
verzoolden
- meervoud verleden tijd van verzolen
- Wij verzoolden.
- Jullie verzoolden.
- Zij verzoolden.
- Wij verzoolden.