Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • ver·vin·gen

Werkwoord

vervoeging van
vervangen

vervíngen

  1. meervoud verleden tijd van vervangen
    • Wij vervingen. 
    • Jullie vervingen. 
    • Zij vervingen. 

Zelfstandig naamwoord

de vérvingenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verving