Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·vaag·de

Werkwoord

vervoeging van
vervagen

vervaagde

  1. enkelvoud verleden tijd van vervagen
    • Ik vervaagde. 
    • Jij vervaagde. 
    • Hij, zij, het vervaagde. 
  2. verbogen vorm van vervaagd, voltooid deelwoord van vervagen