vertrouwenwekkende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·trou·wen·wek·ken·de

Bijvoeglijk naamwoord

vertrouwenwekkende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van vertrouwenwekkend
     Samen vormden al deze indrukken een soort warme, vertrouwenwekkende muziek die helemaal nieuw aanvoelde, iets wat hij nooit eerder had meegemaakt.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535