Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·trek·bo·nus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vertrekbonus vertrekbonussen
verkleinwoord vertrekbonusje vertrekbonusjes

Zelfstandig naamwoord

de vertrekbonusm

  1. vertrekpremie, (geldt alleen voor de top)
    • als je echt slecht bent geweest willen ze graag een vertrekbonus geven om je kwijt te raken 

Meer informatie

Gangbaarheid