Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·taal·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vertaalprogramma vertaalprogramma's
verkleinwoord vertaalprogrammaatje vertaalprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het vertaalprogrammao

  1. (informatica) een programma dat een computerprogramma kan vertalen naar een code die door de processor kan worden uitgevoerd
  2. (informatica) een programam dat een tekst van de ene naar de andere taal kan vertalen
     Skype, een slaapanalyseprogramma, een navigatiesysteem, een vertaalprogramma. Dat zijn slechts enkele van de honderdduizenden programma's die voor mobiele telefoons het afgelopen jaar zijn uitgebracht.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Nik Wouters
    “Stortvloed aan applicaties voor mobiele telefoons” (Dinsdag 5 januari 2010, 10:42), NOS