Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·streng·de

Werkwoord

vervoeging van: verstrengen…
verbogen vorm: verstrengdee

verstrengde

  1. verbogen vorm van verstrengd, voltooid deelwoord van verstrengen

Werkwoord

vervoeging van
verstrengen

verstrengde

  1. enkelvoud verleden tijd van verstrengen
    • Ik verstrengde. 
    • Jij verstrengde. 
    • Hij, zij, het verstrengde. 

Bijvoeglijk naamwoord

verstrengde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verstrengd

Gangbaarheid