Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stouw·de

Werkwoord

vervoeging van
verstouwen

verstouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van verstouwen
    • Ik verstouwde. 
    • Jij verstouwde. 
    • Hij, zij, het verstouwde. 
  2. verbogen vorm van verstouwd, voltooid deelwoord van verstouwen