Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stop

Werkwoord

vervoeging van
verstoppen

verstop

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstoppen
    • Ik verstop. 
  2. gebiedende wijs van verstoppen
    • Verstop! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstoppen
    • Verstop je?