Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stof·te

Werkwoord

vervoeging van
verstoffen

verstofte

  1. enkelvoud verleden tijd van verstoffen
    • Ik verstofte. 
    • Jij verstofte. 
    • Hij, zij, het verstofte. 

Bijvoeglijk naamwoord

verstofte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van verstoft