Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stik·te

Werkwoord

vervoeging van
verstikken

verstikte

  1. enkelvoud verleden tijd van verstikken
    • Ik verstikte. 
    • Jij verstikte. 
    • Hij, zij, het verstikte. 
  2. verbogen vorm van verstikt, voltooid deelwoord van verstikken