verstevigden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·ste·vig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstevigen |
verstevigden
- meervoud verleden tijd van verstevigen
- Wij verstevigden.
- Jullie verstevigden.
- Zij verstevigden.
- Wij verstevigden.
vervoeging van |
---|
verstevigen |
verstevigden