Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·sterk·te

Werkwoord

vervoeging van
versterken

versterkte

  1. enkelvoud verleden tijd van versterken
    • Ik versterkte. 
    • Jij versterkte. 
    • Hij, zij, het versterkte. 
  2. verbogen vorm van versterkt, voltooid deelwoord van versterken