versplinter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versplinter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·splin·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versplinteren |
versplinter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versplinteren
- Ik versplinter.
- gebiedende wijs van versplinteren
- Versplinter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van versplinteren
- Versplinter je?