Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·spil·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verspillen
verspilde
verspild
zwak -d volledig

Werkwoord

verspillen

  1. overgankelijk door nalatigheid verloren laten gaan; niet nuttig gebruiken
    • Er is in dit decennium heel veel verspild. 
     ‘Heel handig, zo hoef je geen drinkwater te verspillen als je onderweg schildert.’[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. verspillen op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be