versperden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versperden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·sper·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versperren |
versperden
- meervoud verleden tijd van versperren
- Wij versperden.
- Jullie versperden.
- Zij versperden.
- Wij versperden.