verschuil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·schuil
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verschuilen |
verschuil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuilen
- Ik verschuil.
- gebiedende wijs van verschuilen
- Verschuil!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschuilen
- Verschuil je?