Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schikt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verschikken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verschikken

verschikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschikken
    • Jij verschikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschikken
    • Hij verschikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verschikken
    • Verschikt! 
vervoeging van: verschikken…
verbogen vorm: verschikte

verschikt

  1. voltooid deelwoord van verschikken

Gangbaarheid