Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·over·de

Werkwoord

vervoeging van
veroveren

veroverde

  1. enkelvoud verleden tijd van veroveren
    • Ik veroverde. 
    • Jij veroverde. 
    • Hij, zij, het veroverde. 
  2. verbogen vorm van veroverd, voltooid deelwoord van veroveren